30 oktober 2006

Donkere wolken boven Uruzgan

Nederlandse militairen reinigen hun wapens in Tarin Kowt. Foto: ANP/Rick Nederstigt
De klus is nog lang niet geklaard voor de Nederlandse militairen in de Afghaanse provincie Uruzgan. Krap een halfjaar zitten ze nu in het bloedhete zuiden, maar de onrust neemt alleen maar toe. De Taliban-strijders laten zich niet verdrijven en er zijn aanwijzingen dat ze een offensief voorbereiden. Elke week zijn er meer aanslagen, hinderlagen en beschietingen.
Hoe houden de soldaten zich onder de toenemende dreiging? Zijn ze tevreden over wat er tot nu toe terecht is gekomen van de wederopbouw van de streek? Lukt het om de harten van de gewone Afghanen voor zich te winnen? Hebben ze nog hoop dat ze überhaupt iets goeds kunnen doen voor het land? Of ervaren ze het woestijnstof inmiddels als drijfzand?
Dat zijn vragen waarop ik het antwoord hoop te vinden onder de militairen in de hoofdstad Kabul, in de zuidelijke basis Kandahar en vooral in het hart van de Nederlandse invloedsfeer: Kamp Holland bij Urugzan's hoofdstad Tarin Kowt. Voor deze krant zoek ik in het bijzonder de soldaten uit de regio op om ze te vragen: hoe ver weg voelt de eigen stad of dorp als je op een levensgevaarlijke missie bent, vijfduizend kilometer van huis?