07 november 2006

Ik wil de gevangenis in

Geen foto’s, geen film, alleen schrijven. Dat was na enig onderhandelen de voorwaarde om een kijkje te mogen nemen in het cellenblok van Kamp Holland. Een eerder verzoek om deze ‘restricted area’ te mogen bekijken, was om onduidelijke redenen afgewezen. Het leger wilde er geen pottenkijkers, ook al staan de cellen, bedoeld voor krijgsgevangenen, vooralsnog leeg.
Mijn Volkskrant-collega Theo en ik protesteerden. Hoe zat het met de openheid? Het leger legt journalisten beperkingen op. Alles, ook dit log, wordt voor publicatie gescand op zogenoemde ‘operationele informatie’, want de vijand leest mee. In detail schrijven over aanstaande patrouilles of missies mag dus niet. Dat uitgangspunt is redelijk. Ook is het begrijpelijk dat ouders van een gesneuvelde militair het niet uit de krant moeten lezen als hun zoon of dochter is gevallen. Maar welk belang is ermee gediend om de gevangenis op slot te houden?
Niet tevreden met het verbod hadden we zelf al over het kamp lopen struinen of we de tussen de talloze containers en afrasteringen iets konden vinden dat op een cellenblok leek. De zoektocht liep uiteindelijk dood op een deur met een hangslot. De muren waren hoog.
De defensie-persvoorlichter zat er zelf ook mee in zijn maag. Het kijkverbod leek hem in strijd met de openheid die defensie wil uitstralen. Na enig doorzaniken in de hogere echelons kregen we gedrieën tenslotte onze zin.
Het verblijf als krijgsgevangene moet geen pretje zijn. Twaalf betonnen hokken zonder daglicht, zo’n twee bij drie meter, mogen elk twee Taliban tegelijk onderbrengen. De ruimte om te luchten is minimaal. In een aparte container wordt eerst informatie uit de strijders gewrongen. Alles natuurlijk binnen de grenzen van alle conventies, bezwoer verantwoordelijke Rob Bogers. Gevangenen worden maximaal 96 uur vastgehouden. Ze krijgen water, een deken en ze mogen zelfs meegenieten van de Kamp Holland-magnetronmaaltijden, die hier beter zijn dan bij Albert Heijn.
Na die 96 uur ligt de zaak wat moeilijker. Dan nemen de Afghaanse autoriteiten het over. En Afghanen liggen zelden wakker van de Conventie van Geneve. In principe houdt het Rode Kruis toezicht, maar niet van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.
De discussie over het lot van krijgsgevangen is tot nu toe theoretisch, want de enige drie mannen die hebben vastgezeten op kamp Holland, zijn alweer vrij. Echte krijgsgevangenen zijn er niet. Talibanstrijders genoeg in de buurt, dus waarom eigenlijk niet? De meningen daarover lopen uiteen. De een zegt: ze vallen altijd aan van grote afstand en nemen hun gewonden mee. Een ander denkt: ze vechten zich gewoon liever dood dan dat ze zich overgeven.